Ontwikkelplan
Nu je helemaal voorbereid bent, kun je de online training gaan inrichten. Hoe je dit technisch doet in onze eigen E-Learningomgeving met behulp van Learndash leer je in het volgende hoofdstuk. In deze paragraaf leer je hoe je een leerplan opstelt om te beginnen aan je ontwikkelfase. In dit leerplan vertaal je de leerdoelen naar concrete acties, die passen bij jouw doelgroep.
Zo vertaal je de leerdoelstellingen naar een plan. Deze punten zijn allemaal bedoelt om het makkelijker te maken voor je doelgroep om de geleerde informatie te onthouden:
- Breek de informatie op in kleinere, logische onderdelen;
- Maak individuele opdrachten;
- Stimuleer de doelgroep om vooraf na te denken en zich te verdiepen in het onderwerp;
- Maak een samenvatting bij ieder onderdeel;
- Stel vragen tussendoor.
In deze paragraaf over de ontwikkelfase komen de volgende onderdelen aan bod:
- Het inventariseren van lesmateriaal;
- Persoonlijk maken;
- De opbouw van het verhaal;
- Vertel wat je gaat vertellen. Vertel het. Vertel wat je hebt verteld;
- Hoe bouw je een onderwerp uit?
- Verschillende vraagvormen;
- Verschillende “Adaptieve” paden.
Het inventariseren van lesmateriaal
Nu je de leerdoelen hebt opgesteld en weet welke informatie je wilt delen met een online training, maak je eeen inventarisatie van het materiaal dat al aanwezig is binnen onze organisatie.
Is er bestaande informatie die je zo kunt gebruiken in je online training? Bijvoorbeeld kun je de informatie over organisatiedoelstellingen of over HR-gerelateerde informatie, zoals verlofdagen en ziekteverzuim verwerken in een online training voor een inwerktraject voor nieuwe medewerkers?
Maak voor jezelf een lijst van al het lesmateriaal dat je kan gebruiken dat er al is en wat je nog mist.
Persoonlijk maken
Medewerkers kennen de markt en weten wat er speelt. Daarbij hebben zij vanuit hun vakgebied een bepaalde expertise. Maak de informatie in je online training daarom persoonlijk.
Met een online training geef je medewerkers een podium om hun expertise te tonen. Je zult zien dat medewerkers trots zijn op de successen die ze zelf boeken. Dit werkt ook aanstekelijk op andere collega’s. Een online training wordt op deze manier onderdeel van de werkzaamheden van de werknemers.
Opbouw van het verhaal
Als je het materiaal verzameld hebt, richt je je vervolgens op het bepalen van de rode draad van het verhaal. De rode draad vormt zich aan de hand van de leerdoelen die je eerder hebt vastgesteld. Vervolgens hak je de rode draad in stukjes, die verschillende onderdelen van je verhaal vormen. De items bepalen de opbouw van het verhaal en bestaan uit video’s, afbeeldingen, teksten, vragen en opdrachten. Je begint bijvoorbeeld met een theoretische video of tekst, gevolgd door een vragenlijst of opdracht.
Houd de informatie kort en krachtig
Probeer bij de samenstelling van je items de informatie zo kort mogelijk te houden. Kortere trainingen zijn namelijk populairder dan langere varianten. Bedenk tijdens het schrijven dus niet alleen “Wat moet ik vertellen?” Kijk ook wat eigenlijk niet echt bij de kern van je verhaal past. Je kan er vervolgens voor kiezen om die punten te schrappen, om zo de online training kort en bondig te houden.
Vertel wat je gaat vertellen. Vertel het. Vertel wat je hebt verteld.
Bij het uitwerken van een onderwerp, kun je deze magische drie-eenheid gebruiken. Dat wil zeggen: vertel als eerst wat je gaat vertellen doormiddel van een inleiding. Vertel dan je kernverhaal a.d.h.v. hoofdstukken en paragrafen. En sluit tot slot af met een passend slot waar je een korte samenvatting, of iets dergelijks, geeft van het kernverhaal.
Hoe bouw je een onderwerp uit?
Een onderwerp (paragraaf) kun je inhoudelijk op verschillende manieren uitbouwen. De manier waarop is afhankelijk van de leerdoelen die je wilt bereiken.
Meestal wordt een onderwerp behandeld met eerst een stuk(je) theorie en daarna voorbeelden. Tot slot worden dan over de theorie vragen gesteld of komen opdrachten aan bod. De medewerker leert hoe iets werkt, ziet het daarna doormiddel van voorbeelden en gaat er vervolgens zelf mee aan de slag. Het belangrijkste is dat de medewerker de geleerde theorie in de praktijk kan brengen. De volgorde waarin je dit doet kan variëren per onderwerp. Zo zou je bijvoorbeeld ook een vragenlijst aan het begin kunnen zetten om de voorkennis te testen en het onderwerp in te leiden.
Verschillende vraagvormen
Bij de ontwikkeling van een online training kun je verschillende vraagvormen gebruiken.
1. Multiple choice vragen en Single choice vragen
Meerkeuzevragen stellen een vraag waarbij er meerdere antwoorden zijn waaruit je kan kiezen. Vaak is één van die antwoorden het goede antwoord, maar je kan er ook voor kiezen om meerdere antwoorden goed te maken.
2. Open vragen
Open vragen vereisen een zelf ingevuld antwoord van de medewerker.
3. “Fill in the blanks” vragen
Dit soort vragen zijn een soort gatenkaasteksten waarbij de medewerker op de open plaats in een tekst een woord moet invullen.
Meerkeuzevragen worden het meest gebruikt. Dit soort vragen gebruik je om kennis te testen en zijn gemakkelijk automatisch te beoordelen door LearnDash (in het volgende hoofdstuk meer over mogelijkheden van vragensoorten). Afhankelijk van je leerdoelen bepaal je welke kennis je wilt testen.